COLUMN RIEN VROEGINDEWEIJ: Bruid van de Maas

15-06-17

Aan de stroom boeken over Rotterdam lijkt geen eind te komen. Vrijwel maandelijks verschijnt er wel een studie, verhaal of essay over een gebied, buurt, straat, persoon of een bijzondere gebeurtenis.

De  gratis jongbejaardenkrant De Oud-Rotterdammer (oplage 122.000) staat elke veertien dagen vol met verhalen van mensen die zich een winkel, een voetbalwedstrijd, een buurmeisje of een onvergetelijk schoolreisje herinneren. Niet zelden van de hand van een Rotterdammer die zich decennia geleden in een randgemeente of verder gelegen slaapdorp heeft gevestigd en nu met een nostalgisch gemoed terugblikt op zijn jeugd tussen de bouwputten van de wederopbouw of in een niet meer bestaande straat. In de meeste van die verhalen lijkt het verleden mooier gemaakt dan het in werkelijkheid kan zijn geweest.

Over de algemene geschiedenis van Rotterdam heeft de Schiedamse historicus Han der Horst een prachtig boek geschreven: Rotterdam Bruid van de Maas, van prehistorie tot nu. In 350 pagina’s vertelt hij het verhaal van de stad, van de eerste vissers die rond 7000 voor Christus moeten hebben rondgezworven in het gebied waar tien eeuwen later het vissersdorp Rotterdam ontstond, tot de stad die nu in de brochures van de internationale touroperators als bezienswaardig wordt aangeprezen.

Van der Horst kent de feiten en de bronnen. In een kort voorwoord schrijft hij dat het hem moeite kostte dit boek binnen de perken te houden. ‘Er is veel dat de aandacht verdient en ik hoop dat de lezers zo nieuwsgierig worden dat zij zich zullen storten op de vele boeken en artikelen over afzonderlijke aspecten van de Rotterdamse geschiedenis.’

Maar wie Bruid van de Maas heeft gelezen, zal zich voorlopig voldaan voelen met de kennis die hij van de geschiedenis van de stad heeft opgestoken. Van der Horst zet de grote lijnen uit en heeft aandacht voor saillante details. Hij legt verrassende verbanden tussen historische gebeurtenissen die soms eeuwen van elkaar hebben plaatsgevonden. En hij houdt als Schiedammer voldoende afstand om de ongerijmd­heden van de buurstad  op te merken.

Zo schetst hij het optreden van Jonker Frans van Brederode die aan het eind van de vijftiende eeuw in een laatste stuiptrekking van de Hoekse en Kabeljauwse twisten met een leger houwdegens Rotterdam binnenviel en  daar een schrikbewind voerde. Niettemin werd in de negentiende eeuw een belangrijke uitvalsweg naar hem genoemd. Maar Van der Horst merkt op: ‘Geen mens heeft Rotterdam moedwillig grotere schade toegebracht dan Jonker Frans van Brederode – tot de Tweede Wereldoorlog.’

De geschiedenis herhaalt zich, maar telkens een beetje anders. De beste verteller heeft het laatste woord.

Rien Vroegindeweij is dichter en schrijver en ontving in 2006 de Erasmusspeld 

Meer nieuws