Column Jan D. Swart: De nieuwe uitvaart
22-03-16
Ik dateer uit de tijd dat een dode werd opgebaard in een ijzingwekkend stil en macaber rouwpand. Op de Mathenesserlaan en de Heemraadssingel had je ze in mijn herinnering in alle soorten en maten. Ze werden gemanaged door Coöperatieve Verenigingen tegen de kostende prijs. Tegenwoordig komen ze thuis een eigen Carré voor je opbouwen.
Uitvaartfirma’s maken steeds handiger gebruik van de bewustzijnsvernauwing van treurende families en verzinnen van alles om van de laatste drie dagen boven aarde nog een feest te maken.
Vorige maand stierf een cafévriend. Er kwam een bus voorrijden en we zijn nog een dagje gezellig met hem op sjouw geweest naar alle plekjes in deze stad waar hij graag kwam. Zijn kist stond achterin. Bij de stamkroeg vroeg een meerijdende kraai of het leuk zou zijn om de kist nog even op de schouders naar binnen te tillen. Zeg dan maar eens nee.
Aan de kaarttafel hebben we bij gebrek aan een beter idee geklaverjast. Een boekje. Dat is met drie man. We beseften dat Willem, als vierde, zijn kaarten niet meer kon vasthouden.
Het herinnerde me aan Singapore, waar ik ooit een uur achter een begrafenisstoet heb aangereden omdat ik er niet langs kon. Op een zandwagen zat een orkest en in het midden stond een kist in vrolijke kleuren. Daar om heen allemaal vrienden met voor de eerste keer een instrument in handen. Je kon horen dat niemand gerepeteerd had. Gaan we hier ook krijgen. De bus wordt een huifkar. Zwarte volgwagens kleurrijke Mini’s. Kisten hangmatjes. Crematoria gezellige theehuizen aan het strand.
Bij onze cafévriend lukte het nieuwe rouwen half. Eenmaal op Hofwijk droop de saaiheid er weer vanaf. Niveau: adresje invullen, drie muziekstukjes, koffie, cake. Het vaste dienstenpakket. Hebberige neven op de eerste rij waren te beroerd geweest om een paar regels te tikken en die uit te spreken. Op de kaart stond: ‘Oom Willem vond dat alles tijdens het leven al gezegd moest zijn.’ Bijdehandjes.
Het busdagje had Willem zelf betaald. Van tevoren vastgelegd. Wilsbeschikken is trendy topic. De neefjes zo’n sik natuurlijk, want dat ging van de erfenis af. Ze reden ook niet mee. Ze kwamen alleen naar het eindpunt om er zeker van te zijn dat oom geen truc had uitgehaald. Sinatra zong en een nietszeggende kraai sprak hem toe. Daarna moest ik de dag redden met een redevoering die Willem met een laatste stuiptrekking van plezier waarnam. De kist bewoog.
Ik ben babyboomer, alles meegemaakt. De watersnood, Prins Bernhard in topvorm en de eerste autoloze zondag. Alles is veranderd. Toch is er in de marge van die grote gebeurtenissen weinig gedaan aan de flexibiliteit van de Wet op de Lijkbezorging. Die moeten we ook nog wijzigen.
Zelf wil ik begraven worden in een curieus solografje met daarop decoratief een houten kruis. Machtig mooi vond ik dat als kind toen ik cowboyfilms keek. Ze schoten je dood, ze groeven een kuil en ze lieten je in de vrije natuur achter. Bij Hoek van Holland zijn er nog duinen genoeg.
Jan D. Swart is oud-journalist