Column Jan D. Swart: Zij jong, hij oud

17-03-20

Een vriend van mij is in het geheim voor de zoveelste keer getrouwd nadat hij zich weer drie jaar als vrijgezel kostelijk had vermaakt. Hij last in z’n cyclus van huwelijken wel vaker een sabbatical in. 

Maar altijd komt de dag dat losbandigheid weer verveelt. Dus toen hij een paar keer midden in de nacht ontdekte in het café als enige te zijn overgebleven, was hij weer als een idioot verkering gaan zoeken. Eerst thuis op het moment dat zijn hulp aan het aanrecht stond schoon te maken, later bij het Lake House in Hillegersberg en toen dat allemaal niet lukte gewoon bij een ordinair golfbaanfeestje, bij welke gelegenheid hij een getrouwde vrouw in grenzeloze verlegenheid bracht met een hoffelijkheid waarvan ik vergeten was dat hij die in huis had. Hijzelf trouwens ook.

Ik zag het gebeuren. Sindsdien krijg ik al drie zomers lang die vreselijke vakantiefoto’s te zien, die in vriendenkring rouleren als matglanzend bewijs dat hij nog onverminderd overal de kaarsen aansteekt en zijn prinses in haar jas helpt. 

Bij zijn eerste vrouwen had hij het licht van de avond nooit gezien. Hij was nooit thuis. Er is een groot verschil in leeftijd. Ze schelen dertig jaar, maar dat zie je alleen ’s morgens. Voor de rest zijn medisch gezien alle wonderen mogelijk. Hij is op slag ook even romantisch als de eeuwige lente, dus besloot hij in het huwelijk te treden op de dag dat zij elkaar voor ’t eerst hadden gezien, met mij als beroepsgetuige.

Er waren nog drie andere getuigen, zodat inclusief het bruidspaar en twee ambtenaren het zaaltje met acht man was gevuld. Het was maandagmorgen, een goedkope dag. 

We kwamen met onze eigen auto’s. Onderweg had ik nog wel gevraagd hoeveel dat tegenwoordig kostte, het sluiten van zo’n huwelijk, maar het was gratis. Mijn vriend kennende had ik dat kunnen weten. Zijn mazzel was bovendien dat niemand anders op maandagmorgen wilde. Gratis trouwen gaat normaal gesproken pelotonsgewijs. 

Er werd ook geen toespraak gehouden. Later bleek hij dit zelf zo te hebben geregeld. Met mij in de zaal leek hem dat de wijste beslissing. En zodoende stonden we na tien minuten al weer buiten. Het opspelden van de corsages thuis had meer tijd in beslag genomen.

Het was lang geleden dat ik in een trouwzaal was. Ik kom tegenwoordig vaker bij crematies. Het feest bleek in de loop der jaren ook enige wijzigingen te hebben ondergaan. Vroeger werden in naam der wet nog keurig alle vorige huwelijken opgelezen, maar ook daar had hij een stokje voor gestoken. Tegenwoordig schijnt alles 

te regelen te zijn. Toch viel mijn vriend door de mand bij de overhandiging van het trouwboekje, want hij stak het zonder in te kijken routineus in zijn zak. Thuis leunt zijn boekenplank er van door. 

Na het stadhuis wilde hij niet kinderachtig doen, dus hij had in een kasteeltje voor een wervelend diner gezorgd en daar waren de grappen niet van de lucht natuurlijk. Maar het was dan ook een heel merkwaardig gezicht, zes mensen om twaalf uur ’s middags met een corsage op aan een warme maaltijd. Ik was net wakker.

Meer nieuws