‘Ik ben van ondernemen, niet van ambtenaren’

06-02-15

Voor Hans Rijnierse was 2014 het jaar van de grote verandering. Op 1 januari trad hij terug als topman van Sodexo, om in de luwte de rol van non-executive chairman uit te oefenen. Ondanks de verlaagde arbeidsdruk en zijn pensioengerechtigde leeftijd (67) zit hij sindsdien niet achter de geraniums. Vervelen is er ook niet bij. Integendeel. Hij bruist van energie en gedrevenheid. ‘Er gaat nog zoveel mis in dit land; ik blijf de drive voelen dat bespreekbaar te maken. En er echt iets aan te doen.’


 

De loopbaan van Hans Rijnierse

Hans Rijnierse is momenteel als non-executive chairman aan Sodexo Nederland verbonden. Op 1 januari 2014 trad hij terug als CEO van Sodexo Nederland en Benelux. Gedurende zijn carrière werd hij meermaals koninklijk onderscheiden. In april 1994 als Ridder in de Orde van Oranje Nassau, in 2002 met de Chevalier de l'Ordre National du Mérite door de toenmalige Frans ambassadeur, en eind 2013 met de bevordering tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Voor deze laatste onderscheiding komen mensen in aanmerking wegens grote professionele en maatschappelijke verdiensten op internationaal niveau. Naast zijn functie binnen Sodexo maakt hij zich sinds tientallen jaren sterk voor talrijke organisaties en was hij initiatiefnemer van branchevereniging Veneca (Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties). VNO-NCW is voor hem een belangrijk platform om zich voor in te zetten. 'Mede omdat ik heilig geloof dat zij van grote invloed kunnen zijn bij het repareren van dit land', zegt Rijnierse. 

Een overzicht van zijn huidige nevenfuncties:
•  Lid van het dagelijks bestuur van de vereniging VNO-NCW
•  Lid van het algemeen bestuur van VNO-NCW
•  Lid van de SER
•  Voorzitter van de werkgeversorganisatie Veneca
•  Bestuurslid Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders
•  Voorzitter Board of Ambassadors Hermitage Amsterdam
•  Bestuurslid Stichting Vrienden van het Erasmus MC
•  Bestuurslid Stichting Nationale Taptoe
•  Lid van het Platform Defensie Bedrijfsleven
•  Lid Comité van Aanbeveling Stichting Liliane Fonds


 

Even, heel even, valt het stil. Seconden gaan voorbij. Mensen die hem persoonlijk kennen, zullen dit amper kunnen geloven. Een zeldzaam moment. Ook in dit interview. Maar het is echt zo. Hans Rijnierse is geen man van stiltes. Jaloers kijkt hij wel eens naar de mensen die rustig formulerend een verhaal vertellen, met subtiele rustmomenten in hun relaas. Krachtig, vindt hij dat. Een kwaliteit die hij ontbeert, maar dat heeft hij geaccepteerd. Zijn kracht zit juist in het tegenovergestelde: bevlogenheid in woord en gebaar. Zijn gezicht is een open boek, niet gemaakt om emotie te camoufleren. Bij hem weet iedereen in één oogopslag hoe de vlag hangt. Nou ja, bijna iedereen. Soms denkt men dat hij boos is. Ten onrechte, zegt hij. Dan verwarren toehoorders boosheid met temperament, want Hans Rijnierse is "gewoon héél enthousiast". Zijn gelaatstrekken zijn een afspiegeling van zijn gevoel en de woorden die hij uitspreekt.

'"Jij kent zoveel mensen", zeiden ze wel eens tegen me. Ja, vind je het gek?'

Nu is dat ook zo. Hij denkt na over de vraag. Dat is hem aan te zien. Het antwoord behoeft duidelijk enig denkwerk. De vraag: wat is nu de echte reden van zijn imposante carrière en maatschappelijke verdiensten? Hij begint te glimlachen. De stilte nadert zijn eind. Hans Rijnierse heeft het antwoord, dat is duidelijk nog voor er een woord uit zijn mond rolt. ‘Ik ben niet van postzegels verzamelen of golfen’, trapt hij af. ‘Ik heb geen hobby’s die mijn tijd opslokken. Ik ben van mensen. Al mijn hele leven. Mensen moet je opzoeken om dingen met elkaar te doen. Ik heb vroeg geleerd dat samenwerking de wijze is om dingen te veranderen. “Jij kent zoveel mensen”, zeiden ze wel eens tegen me. Ja, vind je het gek? Ik was altijd onderweg. Mijn hele leven heb ik nieuwe platforms en omgevingen opgezocht. Een ander ziet het misschien als werk. Voor mij is het een samensmelting van werk en hobby. Dat gaf me de energie om soms werk-/hobbyweken van tachtig uur te maken. Samen iets bereiken. Prachtig.’

Succesverhaal

Hans Rijnierse is een trots en dankbaar mens. Dankbaar is hij op alles wat hem overkomen is en overkomt (zie het kader op pagina 11 over zijn carrière/nevenfuncties). De prostaatkanker waar hij twee jaar terug van is genezen, heeft daar een rol in gespeeld. ‘Ik ben het leven, inclusief al die mooie functies, nog meer gaan waarderen’, zegt hij. Trots is hij op wat hij heeft bereikt als selfmade man. ‘Bij alle dingen die ik ben gaan doen is er een overeenkomst: ik heb er niet voor gestudeerd. Learning by doing. Dat is de rode draad in mijn leven.’

Hij begint in 1969 met twintig man personeel als cateringmanager bij Van Hecke. Stiekem droomt de twintiger van een salaris van 25.000 gulden. Dat komt er. 100.000 gulden, misschien ooit? Ook dat lukt. Van Hecke Catering groeit, al is het niet alleen hosanna. Er zijn twee momenten dat het bedrijf op de rand van de afgrond staat. Een faillissement dreigt. Rijnierse kan elders meer verdienen, maar blijft het bedrijf en zijn cateringpassie trouw. Met visie, passie en strijdlust komt het bedrijf er bovenop. En hoe. Rijnierse staat er als zelfbenoemd klantenfreak (‘als de klant iets zegt, doe je er wat mee’) mede aan de basis van. Samen met zijn vrouw Wilma, die in al die jaren – ook nu nog – zijn secretaresse is.

Sodexo lijft midden jaren negentig Van Hecke in. Het geeft een nieuwe impuls aan de carrière van Rijnierse, die CEO van Sodexo Benelux wordt. Als de financieel onafhankelijke Rijnierse eind 2013 afzwaait, doet hij dat met fraaie cijfers. De omzet is ruim vijfhonderd miljoen euro. In 1969 bedraagt dat nog 200.000 gulden. Het personeelsbestand is gestegen van twintig naar circa zesduizend medewerkers in Nederland. ‘Dat maakt me nog elke dag blij dat ik heb mogen bouwen. Door te ondernemen en niet te ambtenaren. Daar ben ik niet van.’ 

Met dank aan één specifieke fase in zijn leven: de drie jaar in militaire dienst. Rijnierse: ‘Als vaandrig kreeg ik veertig man te leiden. Daar stond ik dan. Ik had geen idee wat te doen. Ik ben op m’n platte gezicht gegaan. Meermaals. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd. In de omgang met mensen, maar ook om me op alle niveaus te bewegen. Dat zat er in mijn jonge jaren al in, maar tijdens militaire dienst heb ik mezelf daarin ontwikkeld. Cruciaal voor het verloop van mijn carrière.’

Impliceert het dat u een voorstander bent van de dienstplicht?
Rijnierse: ‘Als ik het voor het zeggen zou hebben, zou ik alle jeugd een servicedienst laten verlenen voor de maatschappij. De jeugd heeft onvoldoende bewustzijn bij hetgeen er voor hen gemaakt is. Dat stimuleer je door hen er een bijdrage aan te laten leveren. Ik ben net na de oorlog geboren. Ik heb leren werken, uit noodzaak. Ik moest vroeg meehelpen om een boterham te verdienen. We deelden een hemdje met vier broers. We hadden één fiets. We moeten niet terug naar die tijd, zeker niet. Maar we zijn nu doorgeslagen naar de andere kant. “Ik heb recht op”, hoor je nu vaak. Hebben we ook nog plichten, vraag ik me dan af? Niet alles is zo vanzelfsprekend als mensen nu vaak denken.’

'De Rotterdamse ambitie mag verder reiken'

Hans Rijnierse pakt er een map bij met enkele handgeschreven papieren. Hij heeft zich voorbereid op het interview en ideeën over landelijke en stedelijke problematieken aan het papier toevertrouwd. Omdat hij zich zorgen maakt, over tal van zaken. Om te beginnen: over Rotterdam. ‘We hebben in groot Rotterdam 325.000 banen en  75.000 uitkeringen. De deur naar ellende staat wagenwijd op. Daar moet in gekenterd worden. Met het Nationaal Programma Rotterdam Zuid wordt gepoogd hier iets aan te doen in één deel van de stad. Dat is ontzettend belangrijk. Lukt het niet, dan wordt Rotterdam-Zuid een getto. Daarom zet ik me er ook voor in, omdat ik erin geloof (zie kader hiernaast). Alleen in Zuid hebben we al 36.000 uitkeringsgerechtigden, terwijl er 34.000 arbeidsmigranten wonen. Dat is een onhoudbare situatie. Dit hebben we zelf gecreëerd. Dus moeten we het ook aanpakken. Gelukkig gebeurt dat nu in Zuid met een klein pragmatisch en slagvaardig bureau waarbinnen veel werk wordt verzet. Dat zou vaker op die manier moeten gebeuren.’

Wat bedoelt u daarmee?
‘Ik stoor me aan de verambtelijking. De politiek roept tegen het bedrijfsleven dat er geïnnoveerd moet worden. Dat mag. Maar andersom geldt dat net zo goed. Het systeem is vastgelopen. We hebben vijftien fracties in de Tweede Kamer. Dat is een giller. Dat maakt het land onbestuurbaar, want je moet continu compromissen maken. Daar komen geen goede, gedurfde besluiten uit voort. Je moet terug naar drie, vier partijen. Dan kun je beleid maken.’
‘Jaren geleden werd er vijftien procent van het verdiende geld in dit land besteed aan de staat. Nu is dat vijftig procent. Dat kan niet. Stel dat de staat niet vijftig, maar veertig procent te besteden krijgt. Dan gaan dingen automatisch beter. In het bedrijfsleven ga je dingen anders doen als het fout gaat. In de politiek gebeurt dat onvoldoende. De besparing van 35 miljard euro, om onder het begrotingstekort van drie procent te blijven, is geen prestatie van de politiek. Dat gaat over de rug van bedrijven en burgers.’

Bent u gefrustreerd?
‘Bezorgd is een beter woord. Gefrustreerd zou betekenen dat er irritatie broeit. Dat is niet zo. Dit is één van de prettigste, rijkste landen ter wereld. Dat zie ik als ik door Parijs, Londen en daarna Rotterdam rijd. Daar slapen mensen ’s nachts op straat, hier niet. In elk geval niet uit noodzaak. Maar we zijn te bureaucratisch geworden. Dat baart me zorgen. Er ligt een rol voor leiders in dit land, om de boel weer in beweging te krijgen. Een aantal jaar geleden waren er 350 evenementen/festiviteiten in dit land. Nu zijn dat er 6.500. Ik misgun niemand zijn plezier, maar hier geven we als land miljoenen mee uit. Terwijl investeringen in innovatie onder druk staan.
'Mede daardoor staan we stil. We groeien niet, want we investeren onvoldoende. Je ziet overal de berichten. Daar duizend man ontslagen, vijfhonderd hier, honderd daar. Dit land is in stilstand en dat kan wel eens tot achteruitgang – en daarmee een verlaagd welvaartpei – leiden. Er zijn prachtige innovatieve bedrijven en initiatieven. Greenport, ASML, de High Tech Campus in Eindhoven. Maar het is te weinig. Waar is Rotterdam? Hoeveel bedrijven en werkplekken zijn er echt bijgekomen? Ik zie Amsterdam ons passeren. Op toeristisch gebied lopen we al ver achter.’
 
U erkent toch wel dat de stad aan de weg timmert?
‘Jazeker. We zijn in Rotterdam trots op de stad en ontwikkeling. We hebben 44 echte stadsiconen. Variërend van Erasmusbrug, De Rotterdam tot aan de Markthal. We hebben met Rotterdam Partners een schitterend instituut met kundige en invloedrijke mensen aan boord om de stad nog beter te promoten. Eén van de doelstellingen is om het toerisme een boost te geven. Dat moet ook. Amsterdam heeft jaarlijks 6,5 miljoen toeristen; Rotterdam 1,3. Het doel is om dit met één tot twee miljoen toeristen omhoog te brengen. Ik vind dat de ambitie verder mag reiken. Dat heb ik laatst ook gezegd bij een sessie met Rotterdam Partners. Het klimaat is de laatste twintig jaar ingrijpend veranderd. De periode van slecht weer is korter geworden. Waarom gaan mensen naar Spanje? Deels voor het lekkere weer. Laten wij als stad nu ook inzoomen op de locatie nabij zee, waar het doorgaans het beste weer is. En op ons verbeterde, warmere, klimaat. Dat is een verkoopboodschap. Die moeten we benutten.’

Hans Rijnierse is weliswaar op leeftijd, maar hier zit geen man die alleen maar klaagt dat vroeger alles beter was. ‘Dat was het ook niet.’ Hij bekritiseert, maar is niet te beroerd om zelf aan te pakken. Hij wil niet meer op de kansel, maar poogt op andere manieren bij te dragen. ‘Uit dank voor wat de maatschappij mij gegeven heeft.’ Door verbindingen te leggen en zijn netwerk in te zetten. En door zijn passie en bevlogenheid eraan te koppelen, zoals hij zijn leven lang al doet. ‘Ik zie onvoldoende dat mensen nog vijftig, zestig, zeventig of tachtig uur willen werken. De drive, die voor mij zo vanzelfsprekend is, mis ik. Ben ik dan de klagende oude vlerk? Misschien wel. Maar dit land moet een oppepper hebben. Daarom blijf ik strijden. Met woorden en daden.’

Tekst: Bas Pronk
Fotografie: Vincent van Dordrecht


 

'Buitenboordmotor van Zuid'

Hans Rijnierse is een warm voorstander van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Het Rijk, gemeente, onderwijs, zorginstellingen en bedrijfsleven werken daar als collectief aan een nieuw perspectief. 'Directeur Marco Pastors, die ik nog kende uit zijn wethouderstijd, belde me', zegt Rijnierse. 'Of ik eens wilde komen praten, om te helpen. Hij maakte me vrijwel meteen warm voor de omvang en aanpak van het project. We praten over tweehonderdduizend mensen in de grootste probleemwijken van het land. Er moet dringend iets gebeuren. Dat de krachten nu worden gebundeld, is een passend antwoord op de problemen die er zijn. De speerpunten in het beleid zijn studie, werk en infrastructuur. Ik probeer op werkgebied een steentje bij te dragen.'

'Bij Defensie zijn veel plekken in te vullen de komende jaren. Elk jaar zijn er tweeduizend schoolverlaters. Dat is een match. Ik benut mijn contacten bij Defensie, zodat zij deze schoolverlaters warm maken voor een baan, een stage aanbieden en uiteindelijk een dienstverband. Ook ben ik bezig met VNO-NCW in Rotterdam. Het is onze taak en plicht om arbeidsplekken beschikbaar te maken. Zie mij als een soort buitenboordmotor van het project.'


 

Meer nieuws