‘IK WIL ALS KIND BLIJVEN DENKEN’

24-05-18

Robin Bravenboer (50) maakt zijn entree met een zojuist aangeschafte NRC onder zijn arm.
Die bevat een schitterende recensie van zijn net geopende restaurant Three.
Hoewel hij als ondernemer al heel veel bewezen heeft, maken de mooie woorden in
de kwaliteitskrant hem zichtbaar gelukkig.

Ik heb chef-kok Merijn Sips en manager Joris Knappert vanmorgen wakker gebeld’, zegt hij opgetogen. ‘Ik wilde dit per se met ze delen. We krijgen een acht en behoren volgens de schrijver nu al tot de beste twintig restaurants in Rotterdam. En met de kritiekpunten gaan we aan de slag. Die zijn terecht.’ 

Twee vaders verloren

Al op zijn veertiende besluit Bravenboer de schoolbanken te verlaten. De dingen die hij in de jaren ervoor meemaakte, zijn van invloed op dat besluit en maken hem streetwise. ‘Ik heb als jonge jongen twee vaders verloren. Mijn biologische vader was 32 en zakte als gevolg van een hartstilstand op het voetbalveld in elkaar. Ik was toen vier. Ja… Daar was ik bij… Maar ik kan me er niets van herinneren… Tenminste… Ik kijk liever vooruit…’

Niets meer aan te veranderen

‘Mijn stiefvader kreeg kanker en is 43 geworden… Hij overleed toen ik elf was. Dus ik moest voor mijn moeder en zusje zorgen. Zo voelde dat. Maar ook hier geldt: aan wat er gisteren gebeurde, kan ik niets meer veranderen, maar aan de dag van morgen wél. Ik praat er heel weinig over. Ook omdat ik niet weet wat de precieze gevolgen van deze gebeurtenissen zijn. Ieder huisje heeft z’n kruisje en ik heb toevallig dit meegemaakt. En ik heb nu al 35 jaar een “nieuwe” en erg lieve vader.’

Strijdlust

‘Of dit me extra strijdlustig heeft gemaakt? Dat kan ik niet zeggen… Ik weet wél dat je niet heel talentvol hoeft te zijn om iets te bereiken. Als je doorzet en ergens voor leeft, komt het goed. Zo haalde ik op mijn zeventiende het eerste elftal van voetbalvereniging Xerxes, terwijl ik helemaal niet zo’n goede voetballer was.’

Familyman

Bravenboer kocht 25 jaar geleden een een huis op de Straatweg waar hij met zijn moeder en zus ging wonen. Later kocht hij in dezelfde straat drie huizen naast elkaar waar hij en zijn familie nu met elkaar wonen. ‘Ik ben opgegroeid in de 1e Pijnackerstraat en later gingen we wat luxer wonen, tegenover Correct op de Bergweg. Hillegersberg was in die tijd ver weg voor mij. Mijn moeder wilde haar hele leven al op de Straatweg wonen en ik ben blij dat ik dat haar heb kunnen geven, dat is veel mooier dan mijn zakelijke succes.’ 

Nog niet klaar

Bravenboer bezit meerdere horecagelegenheden: de bekende café’s Lebbink en Van Eijk, restaurant Three, Golfcenter Seve, het onlangs teruggekochte Crazy Pianos in Scheveningen, drie vestigingen van Ikibana in Barcelona, waar hij ook Carpe Diem runt en onlangs twee locaties kocht om nieuwe zaken te openen. Verder zijn er plannen om zaken te starten in Londen en heeft hij verschillende nieuwe ideeën die in de komende jaren ongetwijfeld uitgewerkt worden. ‘Ik vind dat ik als kind moet blijven denken en vooral doen’, zegt hij. ‘Want als je te veel over dingen nadenkt, voer je ze niet uit.’

Seve

‘De plek waar we nu zijn, Golfcenter Seve, is een goed voorbeeld. Zo’n beetje alle verenigingen kampten met teruglopende ledenaantallen, de economie stond er niet goed voor en iedereen vroeg zich af of een investering van zes miljoen euro wel verantwoord was. Toch heb ik het gedaan. Op mijn gevoel. En het is gelukt! We zijn van 800 naar 4.100 leden gegaan en het gaat hartstikke goed. Toch ben ik hier nog lang niet klaar. Ik streef naar 5.000 leden en die hebben we nog niet. Ik zag hier een ander verdienmodel. We verbinden sport en gezelligheid met elkaar. Voor ons is de horeca erg belangrijk en daarin hebben we geïnvesteerd. De beste kwaliteit! En we houden vast aan ons concept. Er is nu door Marco Kestens en zijn team een Seve-paspoort gecreëerd waardoor starters snel op niveau spelen. Daarmee stoten we ook mensen af. Traditionele golfers in geruite broeken voelen zich hier niet thuis. Die vinden dat de muziek te hard staat en dat er te veel lawaai is. Dat accepteer ik dan ook…’

Het concept is heilig

Bravenboer bedenkt concepten en zet ze in de markt. Moeilijker is het volgens hem ook niet. ‘Kijk bijvoorbeeld naar mijn nieuwe restaurant Three. Er zijn heel veel goede Japanse restaurants, maar die zijn over het algemeen saai. Toen ben ik in Sao Paulo gaan kijken. Daar wonen vier miljoen Japanners. Ik heb onderzocht hoe ik die twee werelden bij elkaar kan brengen: Japanse kwaliteit en Braziliaanse warmte. Ik heb er met een architect twintig maanden aan gewerkt. We zijn door Esquire al uitgeroepen tot een van de 25 mooiste zaken van de wereld. Niet de beste, maar de mooiste en daar ben ik ook blij mee.’ Weer verschijnt die glimlach van een kind… 

Vroeg gepiekt

Nog zonder dat hij zich ervan bewust was, startte Bravenboer al op zijn zeventiende met het opbouwen van zijn imperium. ‘Mijn eerste zaak. In Bergschenhoek. Ik had er vier goed in de illegale lotto. 8.000 gulden! Daarmee deed ik een aanbetaling en het resterende bedrag heb ik in vijf jaar afgelost. Ik had nog nooit achter de bar gestaan en nog geen biertje getapt. De eerste twee avonden heb ik alleen maar gehuild want er kwam alleen maar schuim uit die tap. Maar het werd een geweldige tijd. Ik ging er shows presenteren en organiseerde avonden met artiesten en missverkiezingen. Als ik terugkijk heb ik daar mijn eerste concept neergezet.’ 

Bonustijd

Als we Bravenboer vragen of hij zelf kan verklaren waarom hij als twintiger al zó succesvol was, is hij eerst even stil. Daarna legt hij de link met de vroege dood van zijn vaders. ‘Ik was er lang van overtuigd dat ik niet ouder dan 28 zou worden. En omdat ik voor mijn moeder en zus wilde zorgen, moest het dus snel gebeuren. Dat is gelukt. Ik leef in mijn bonustijd.’

Geen verstand van eten

‘Zakelijk gezien wilde ik vroeger niets met eten te maken hebben. Ja, eenvoudige happen die bij een borrel horen, maar nu begin ik het echt leuk te vinden. Ik pretendeer ook niet dat ik er verstand van heb, maar ik denk wel te weten wat de mensen willen hebben. Daar verdiep ik me in… Wij als mannen denken bijvoorbeeld altijd dat wij bepalen waar we gaan eten. Maar feitelijk beslissen onze vrouwen dat. 

Dus maken wij vrouwelijke zaken, met veel aandacht voor details in de inrichting. En het eten moet licht zijn en er verzorgd uitzien.’ 

Leren in Lima

Bravenboer, die geen enkele schoolopleiding afmaakte, leert onderweg van anderen. ‘Een paar weken geleden zijn we nog met een groep manegers en chef-koks in Lima geweest. Om te bekijken waarom juist daar tegenwoordig de beste restaurants ter wereld zitten. Dan praten we met vakmensen daar en bekijken bijvoorbeeld welke ingrediënten zij gebruiken. Daar zijn we altijd mee bezig. Met trends en ontwikkelingen. Niet om te kopiëren, maar we willen wel weten wat er wereldwijd speelt.’ 

Anderen beter maken

‘Het belangrijkste aan ondernemen is de juiste mensen om je heen verzamelen en het juiste sfeertje creëren. En misschien is dat wel wat ik goed kan. Mensen om me heen zien groeien, dat vind ik geweldig. Bijvoorbeeld Floris van 108, die bij me werkte, heeft nu zelf een topzaak in Rotterdam. En wat te denken van Chiel Jongejan met de Skihut. In Barcelona zijn er veel meer voorbeelden van mensen die bij ons werkten en nu goedlopende eigen zaken hebben of hoge functies in andere bedrijven. Mijn bedrijven worden niet alleen groter voor mijn gewin, maar ook om anderen kansen te geven en door te laten groeien. Ik wil mensen om me heen die vanuit hun hart werken. Daarom geloof ik ook niet in al die trainingen. Als ze hier aan deze tafel een drankje brengen, moet de vriendelijkheid en interesse van binnenuit komen.’

Toeval

‘Als ik er zo over praat, realiseer ik me heel goed dat toeval ook een grote rol gespeeld heeft. Na de Olympische Spelen in Barcelona werd ik door de lokale overheid gevraagd daar een vestiging van de Baja te beginnen. We waren in Rotterdam door een Engelse krant inmiddels uitgeroepen tot beste club van Europa en zij hadden tal van lege locaties. Ik ben daar een half jaar mee bezig geweest en ze deden me een heel goed aanbod. Toch besloot ik het uiteindelijk niet te doen omdat ik de taal niet sprak.’

Maar…

‘Ik had in die tijd een coach met wie ik een keer in de week sprak. Hij moest lachen om mijn besluit en vroeg me of ik Philips kende. Ik raakte geïrriteerd. Natuurlijk kende ik Philips. Toen zei hij dat Philips in 72 landen filialen had en hij vroeg of ik dat dacht dat meneer Philips 72 talen sprak. Hij zei ook nog dat je mensen kunt inhuren voor dingen die je zelf niet kunt. Een dag later besloot ik het alsnog te doen en tot op de dag van vandaag maak ik gebruik van een vaste tolk als ik daar ben. Zo simpel kan het dus zijn.’

Meer nieuws