‘MIJN EMOTIE ZIT BIJ MIJN VROUW EN KINDEREN’
19-09-18
Hij was voorbestemd om de garen- en bandwinkel van zijn oom Ger over te nemen en zijn vader voorspelde hem een goede toekomst als documentenjongen. Maar Willem Tieleman is op zijn zestigste een topondernemer.
Tieleman is eigenaar van de Euromast en de restaurants van Jamie Oliver in Nederland, België en Duitsland. Hij verklaart zijn succes eenvoudig: ‘Ik ben goed voor mijn mensen en lever kwaliteit en service. En ik ben ondernemer in de horeca. Dat is wat anders dan een horecaondernemer.’
Gezin met zes kinderen op een flat
Tieleman werd in 1958 geboren en groeide op in Rotterdam-Zuid. In een gezin met zes kinderen. ‘We woonden in een flat aan de Ellemare in Zuidwijk, sliepen in stapelbedden en deelden een bureau. In mijn beleving was het best ruim, maar toen ik later nog eens ging kijken, vroeg ik me af hoe we dat in hemelsnaam hebben gedaan.’
Slavinken
‘Mijn vader was hoofd van een school en mijn moeder onderwijzeres. We hadden het op zich dus niet slecht, maar hij gaf gewoon te veel geld uit. Hij hield van fotografie en muziekinstallaties en kocht apparatuur die we ons eigenlijk niet konden veroorloven. Ja… Dat zorgde voor spanningen. Dan aten we weer drie maanden slavinken en verdiende mijn vader bij als examinator.’ Dan lachend: ‘Hij was ook elk jaar verrast door die blauwe enveloppe van de Belastingdienst…’
Goed voor mensen
Nadat hij er eerst een aantal jaren in loondienst werkt, neemt Tieleman in 1979 KE Expeditie over. Dat wordt onder zijn leiding al snel succesvol. ‘Ik begon alleen, als makelaar in vracht, maar we eindigden met 40 mensen. Ik had ook een andere strategie dan de andere expediteurs. Ten eerste gaf ik mijn mensen waar ze recht op hadden. In die tijd was het in ons vak heel raar dat je van halfnegen tot halfzes werkte. Mensen bleven overal tot negen uur, halftien. De bazen lieten dagelijks tien, twintig mensen urenlang onbetaald overwerken. Kun je nagaan wat die gasten extra in hun zak staken. Ik gaf ze een goed salaris en vond het leuk dat ze in een auto van de zaak reden. Zo kreeg ik de beste mensen. Daarnaast heb ik me altijd geconcentreerd op grote opdrachtgevers zoals Coca-Cola, Grolsch en Siemens. En namen brengen namen. Zo is het nu nog.’
Winnend zinnetje
‘Michel Paulussen en ik deden de koude acquisitie. Dan pakten we het Duitse Grosshandelbuch der Industrie en belden alle bedrijven in Hamburg waarvan we dachten dat ze wat te vervoeren hadden. We hadden één winnend zinnetje… Daar begonnen we gelijk het gesprek mee: “Wir sind täglich mit LKWs in deiner Nähe und fahren täglich leer nach Hause. Kommt bei Ihnen Ladung nach Holland oder Frankreich vor?” We reden immers dagelijks met bloemen en groenten naar Duitsland en moesten dan leeg terug. In ieder mens schuilt een kruideniersmentaliteit. Zeker in Duitsers…’
Beter dan verwacht
‘Dus zo’n vent kroop dan bijna door de telefoon, want die wist dat we hem een goede aanbieding zouden doen en zo voor zijn bonus zouden zorgen. Dan ging ik bij die klanten op bezoek en direct na de afspraak belde ik in de auto mijn secretaresse om de prijzen door te geven. Nog geen half uur nadat ik vertrokken was, had de klant zijn offerte al op de fax. Als je bij een Duitser iets doet dat eigenlijk beter is dan hij verwacht, dan scoor je. In bijna alle gevallen konden we direct voor ze aan de slag.’
Burn-out
Het harde werken, het succes, de veranderende omstandigheden in de transportbranche én een heftige wending in het leven van zijn zoon eisten hun tol. ‘Het expeditievak was onbetrouwbaar geworden’, zegt Tieleman. ‘Voor 25 euro werd je door bedrijven waar je jarenlang voor werkte aan de kant gezet. Ik blokkeerde. Stond hier beneden bij de lift en kon gewoon niet meer naar boven. Toen ben ik thuis gaan zitten huilen. Dat was ook in de periode dat mijn zoon van dertien maanden een koortsstuip kreeg en daar niet goed uit kwam. We ontdekten later dat hij daardoor licht verstandelijk gehandicapt is geworden. Niets was meer belangrijk voor me en ik zat maanden in de put. De term burn-out bestond nog niet, maar ik had er eentje.’
Beste vriend
’Michel Paulussen, acquisiteur bij KE en mijn beste vriend, vroeg me wat ik eigenlijk wilde. Ik gaf aan de zaak te willen verkopen. Maar hij zei dat híj het bedrijf wilde gaan leiden. Ik was wel bang dat hij dan ook down the drain ging, maar hij had niet de emoties die ik had. Hij beloofde dat ik me dan nooit meer met KE Expeditie zou hoeven bemoeien en zo is het ook gegaan. Hij leidt het bedrijf nog steeds en dat gaat uitstekend.’
Geen ervaring, wel plezier
‘Toen heb ik mijn plezier gevonden in de horeca terwijl ik geen enkele ervaring in die branche had. Ik was al wel gek van lekker eten en drinken. Dat heb ik van mijn moeder. Ik ging destijds met mijn broer, die bij een reclamebureau werkte, wat drinken bij Loos en hoorde dat die zaak te koop was. Ik zag direct al dingen die beter konden. Zo vonden de toenmalige eigenaren het bijvoorbeeld niet gepast dat je met een creditcard kon betalen. Dat was iets voor patsers…’
Van Coque naar Kip
‘Met dat soort gedachten kan ik helemaal niks. Later kochten we het befaamde restaurant Coque d’Or waar alle Rotterdamse notabelen kwamen. Ik veranderde die naam in Kip. Nou, dat is me door de upper ten in de stad niet in dank afgenomen. Ze voorspelden allemaal dat Kip geen lang leven beschoren zou zijn. Maar ook dat is goed gegaan. En in Loos hadden we binnen een jaar de omzet verdubbeld. Ja, hoe? In elk geval door gewoon beleefd en minder joviaal tegen gasten te zijn en goede kwaliteit te leveren.’
Zakelijke scheiding
Tieleman en zijn broer bouwden samen een horeca-imperium op. Na Loos volgden Blaeu in de Oude Haven, het Westerpaviljoen, Kip in het Scheepvaartkwartier, Parkzicht, Hotel New York, Wijnhandel Van Otterloo en Lulu. De zaken gaan voortvarend. Maar in 2014 eindigt de samenwerking tussen de broers. ‘Ik heb hem uitgekocht en onze wegen zijn gescheiden, zoals dat heet… Nee, dat is niet prettig afgelopen. Meer wil ik er niet over kwijt… Nee, echt niet…’
Drie fenomenen verbonden
In 2016 kocht Tieleman de Euromast van vastgoedhandelaar Jan Dirk Paarlberg. De exploitatie van het restaurant deed hij al sinds 2003, samen met directeur Souad El Hamdaoui. ‘Mijn huurcontract liep af. Maar ik moest zes ton investeren in een nieuwe keuken, dus ik moest wel zekerheid hebben over verlenging. Wat ik ook deed, ik kreeg geen contact met Paarlberg. Dus ik voelde dat er iets speelde en belde met zijn hypotheekgever. Zij wilden van het gebouw af en ik hapte toe. Ik was al betrokken bij de Watertaxi, deed Hotel New York en kon met de Euromast erbij drie Rotterdamse fenomenen met elkaar verbinden.’
Omzet verdubbeld
‘Met het restaurant op de Euromast gaat het geweldig! We begonnen met 260 duizend bezoekers per jaar. Nu zijn dat er ruim 565 duizend. Dat doen Souad en haar team geweldig. We hebben de omzet verdubbeld en ik weet zeker dat het altijd een icoon blijft. Ik bestrijd dat het een gedateerd gebouw is. Het klinkt misschien wat hoogdravend, maar uiteindelijk is de Euromast toch de Eiffeltoren van Rotterdam en dat zal altijd zo blijven. Ook als die toren in de Zalmhaven zeven meter langer is. Het is gewoon heel bijzonder om op dat ding te zijn.’
Geen piek op zak
Tieleman kocht Hotel New York in 2001, vlak voordat er wereldwijd een crisis uitbrak. ‘Ik was in de tijd van die aanslagen in New York echt bang’, bekent hij. ‘Ik dacht dat de aanslagen door zouden gaan. Ik was het liefst met mijn vrouw en kinderen vertrokken naar de Bahama’s, Australië of Nieuw-Zeeland. Maar ja, al mijn geld zat in mijn zaken. Ik was zogenaamd rijk, maar had geen piek in m’n zak. De angst vervaagde later wel, maar ik nam me voor wel liquide te zijn voor het geval we echt een keer weg moeten. Toen hebben we, behalve Hotel New York, al onze zaken verkocht…’
Jamie Oliver
‘Een journalist benaderde mij met de vraag of ik een aantal restaurants voor Jamie Oliver wilde opzetten. Via de franchise-formule, in Nederland, België en Duitsland. Ik was aanvankelijk niet zo enthousiast, maar ben toch gaan praten. Uiteindelijk ging in oktober 2015 de zaak in de Markthal open. Een maand later was Oliver hier en zouden wij een gesprek voeren. Maar hij moest in amper twee dagen tijd 1.100 keer met mensen op de foto en ons gesprek duurde nog geen minuut. Daarin vroeg hij me tussen neus en lippen door of ik ook in Duitsland voor hem aan de slag zou gaan. Toen ik dat bevestigde, zei hij alleen maar: That’s an important country. Ik vond het een schokkende ervaring. Later was hij nog een keer in Nederland en hebben we samen gegeten. Toen was er wel tijd voor een goed gesprek.’
Vrouw en kinderen
Tieleman is dit jaar 60 geworden en kan het zich financieel veroorloven om alsnog in het buitenland te gaan wonen en zijn dagen zonder werk in te vullen. ‘We hebben een huis in Frankrijk, maar ik ben heel tevreden met mijn leven nu. Als ik terugkijk heeft die burn-out me ook veel opgeleverd. Ik heb daarna nog eens een opleiding professionele communicatie gevolgd. Dat klinkt zakelijk maar ik ben daar echt de confrontatie met mezelf aangegaan. Het ging me er vooral om weer echt verbinding te maken met m’n kinderen… Ik was altijd aan het werk… Dat deed ik door zelf kwetsbaar te zijn, tijd met ze door te brengen en ze te betrekken bij dingen die mij bezighielden. Ik ben een emotioneel mens en die emotie zit bij mijn vrouw en vijf kinderen.’
Tenslotte
Als we zijn werkkamer verlaten zien we een cadeau voor Tieleman aan de muur hangen. Er staat een tekst op: ‘Voor een dubbeltje geboren, maar nu twee kwartjes waard.’ Dat is het verhaal van Willem Tieleman.