Financieel

Ondernemers moeten nog steeds te lang wachten op hun geld

06-07-23

Overheden zijn sinds 2013 verplicht hun rekeningen aan ondernemers binnen 30 dagen te betalen. De ministeries (in 96,1 procent van de gevallen) en provincies (93,5 procent)  betaalden vorig jaar op tijd. Gemeenten presteren slechter: slechts 62,4 procent daarvan betaalde meer dan 90 procent van de rekeningen binnen de termijn van de leverancier. 

Dat schrijft minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) aan de Tweede Kamer, op basis van recent onderzoek. Ze gaat in gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om te bezien wat gemeenten nodig hebben om de facturen van ondernemers wel op tijd te betalen. 

“De rekeningen van ondernemers moeten op tijd worden betaald. Dat geldt zowel voor bedrijven onderling, als voor betalingen van de overheid aan ondernemers. Naast de wettelijke plicht, heeft de overheid ook een voorbeeldfunctie. Gemeenten moeten harder hun best doen om te zorgen dat hun leveranciers tijdig hun geld krijgen”, aldus Adriaansens. 

Grootbedrijf betaalt ook te laat

Sinds juli 2022 geldt ook voor het grootbedrijf dat het betalingen aan mkb-ondernemers op tijd moet doen. Op die datum is de maximale betaaltermijn voor commerciële transacties van grootbedrijven naar mkb-ondernemingen verkort van 60 naar 30 dagen. 

Ook daar kan de betalingsmoraal beter, zo blijkt. In 2022 schommelde de gemiddelde betaaltermijn van het grootbedrijf aan het mkb tussen de 40 en 43 dagen.

Toezicht

In opdracht van minister Adriaansens heeft bureau AEF onderzocht of het instellen van publiek toezicht op de naleving van de betaaltermijn door het grootbedrijf op dit moment zinvol en wenselijk is. AEF concludeert dat dit nu niet het geval is. De effecten van de Wet verkorten wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen zijn namelijk nog niet bekend. Er gold nog een overgangsregeling, van een jaar, voor overeenkomsten die vóór de wetswijziging waren gesloten. Sinds 1 juli 2023 zijn pas álle overeenkomsten tussen het grootbedrijf en het mkb gebonden aan de maximale betaaltermijn van 30 dagen.

Relatie onder druk

Daarom heeft Adriaansens besloten om bij de evaluatie van de wet begin 2024 alsnog in kaart te brengen of het mogelijk en wenselijk is om overheidstoezicht in te stellen. Dan wil ze ook kijken naar de oorzaken en effecten van slecht betaalgedrag en mogelijke oplossingen uit andere landen van de Europese Unie.

Toezicht op de naleving door de overheid kan bedrijven namelijk stimuleren hun rekeningen tijdig te betalen, zo blijkt in Frankrijk en Polen. Maar publiek nalevingstoezicht kent ook nadelen, aldus de minister: het kan de relatie tussen de leverancier (mkb) en de afnemer (grootbedrijf) onder druk zetten, doordat de leverancier de trage betaling door zijn afnemer eerst moet melden.

Alternatieve oplossingen 

Daarom wil Adriaansens ook andere mogelijkheden onderzoeken om de betaaltermijnen van het grootbedrijf aan het mkb terug te dringen. Zoals e-facturatie, wat betalingen in het bedrijfsleven kan versnellen. Ook wil zij verkennen of de rapportageverplichting voor het grootbedrijf, die waarschijnlijk wordt opgenomen in Europese wetgeving, tot snellere betalingen aan mkb-leveranciers leidt.

foto: (foto NINENII/AdobeStock)

Meer nieuws