Innovatie

TNO maant overheid tot spoed met beter innovatiebeleid

02-08-23

De Nederlandse overheid moet snel meer werk maken van het innovatie- en technologiebeleid. Dat vindt TNO. In de deze maand verschenen paper Hightech- en maakindustrie als de innovatiemotor voor Nederland schrijft het onderzoeksinstituut dat ons land qua investeringen achterloopt bij andere landen. Het is onder andere nodig om scale-ups actievere ondersteuning te geven, de infrastructuur te verbeteren, meer laboratoria te realiseren en het ondernemerschap te herwaarderen.

Nederland staat voor grote maatschappelijke uitdagingen, aldus TNO. ‘Hiervoor is nieuwe kennis en technologie onontbeerlijk. De Nederlandse hightech- en maakindustrie is daarbij de innovatiemotor en behoort tot de wereldtop als het gaat om het bouwen van complexe machines en technologieën die daarvoor nodig zijn.’

Maar de Nederlandse innovatieketen heeft een aantal zwakke plekken, stelt het instituut. Wetenschappelijke innovaties worden bijvoorbeeld onvoldoende omgezet in succesvolle toepassingen en leveren daardoor te weinig economische en sociale waardecreatie.

Zwakste schakel

De Nederlandse innovatieketen is zo sterk als de zwakste schakel, waarschuwt TNO. ‘Daarom is een aanpak nodig die gericht is op het versterken van de gehele keten. Van fundamenteel onderzoek, waarin Nederland traditioneel goed is, tot valorisatie en innovatief ondernemerschap waar de Nederlandse innovatieketen nog relatief zwak is.’

En dan zou met name het mkb onder de loep moeten worden genomen. Nederland kent volgens de onderzoekers maar weinig succesvolle scale-ups. En dat terwijl er wél veel succes is geboekt bij het creëren van start-ups. TNO pleit voor innovatiebeleid dat de randvoorwaarden schept voor versterking: ‘Onder andere door actievere ondersteuning van scale-ups, het verbeteren van de infrastructuur en laboratoria (waaraan tekorten zijn), maar ook door een herwaardering van het ondernemerschap.’

Meer investeren in R&D

Innovatie en R&D moeten meer centraal komen te staan, is de boodschap van TNO. Bij bedrijven in de gehele Nederlandse economie. Het aandeel innovatieve bedrijven in Nederland ligt onder het Europees gemiddelde.

Ook de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling zijn volgens de onderzoekers te laag. Landen binnen de EU hebben afgesproken om 3 procent van hun BBP in R&D te investeren. Nederland komt niet aan die norm. De werkelijke R&D-uitgaven waren in 2021 ongeveer 19,5 miljard euro en daarmee 2,3 procent van het BBP. ‘Dit is onder het OESO-gemiddelde van 2,6% en fors minder dan in landen als België (3,5%), Duitsland (3,1%) en Zweden (3,5%) aan R&D wordt besteed’, plaatst TNO dat aandeel in internationaal perspectief.

Defensie-uitgaven

Aangezien het aandeel private investeringen achterloopt, is het van belang dat het voor (internationale) bedrijven aantrekkelijker wordt om R&D-investeringen in Nederland te doen, adviseert TNO. De overheid zou dat moeten faciliteren door het innovatiebeleid voor langere tijd hierop te richten. Een andere suggestie is dat het Nationaal Groeifonds wordt omgezet naar een structureel financieringsinstrument primair gericht op het aanjagen van nieuwe publiek-private innovatie-ecosystemen. Zoals die al bestaan op gebied van hightech, quantum en fotonica.

Ook de hogere defensie-investeringen – mede ingegeven door de Russische agressie – kunnen de technologische en economische positie van Nederland versterken, verwacht TNO. ‘Door de Nederlandse hightech- en maakindustrie intensief te betrekken bij kennisopbouw, technologie-ontwikkeling en innovatie in het defensiedomein, kan de sector de huidige sterke technologische en industriële posities versterken in de mondiale waardeketens waarin zij opereert.’ 

Foto: Nederland telt volgens TNO te weinig laboratoria. (foto Gorodenkoff/AdobeStock)

Meer nieuws