Manus of everything

28-01-20

‘Ik houd er niet van om op de voorgrond te treden, dus zo’n interview is eigenlijk niks voor mij’, waarschuwt Gerard Pijnacker. Maar eenmaal op gang, heeft hij juist veel te vertellen. Over zijn nieuwe rol bij Electro Cirkel, als directeur van de Marine & Industry-tak bijvoorbeeld. Een rol waar Gerard niet aan hoeft te wennen: ‘Niks bijzonders aan!’

25 jaar bij Electro Cirkel!

‘Ja, afgelopen mei heb ik mijn jubileum gevierd. Niet te veel toeters en bellen! Eigenlijk werk ik hier al veel langer. Vanaf m’n vijftiende, als vakantiewerker in het magazijn. Toen ik zestien werd, kwam ik in vaste dienst. Na zesenhalf jaar kwam er een mooie aanbieding langs van een klein installatiebedrijf: magazijnmeester/inkoper. Daar ben ik op ingegaan. Helaas ging dat bedrijf na zeven jaar failliet en toen dacht ik: laat ik ouwe Loek eens bellen, mijn toenmalige baas, de oom van de huidige eigenaar Rudolf van Soelen. Ik was van harte welkom. Maar dan wel graag op de verkoop, zei ik. Dat was 25 jaar geleden. Ik heb nooit meer iets anders gedaan.’

Nou, niks anders? Je bent nu directeur…

‘Sinds januari! Van de tak Marine & Industry. Volgens mijn moeder schijn ik op m’n vierde al te hebben geroepen dat ik later directeur wilde worden. Geen idee wat dat was, haha! 

Hoe is het je dan gelukt?

Nou ja, ik ben leergierig en best een beetje een workaholic. Vóór de splitsing van Electro Cirkel in Retail en Marine & Industry was ik hier eigenlijk de Manus of Everything. Dan kom je bijna ongemerkt bovendrijven in een bedrijf en word je eerst chef, dan manager en uiteindelijk directeur. Voor wat dat dan ook inhoudt, want ik doe nog steeds hetzelfde.’

Echt waar?

‘In wezen wel, ja. Wat ik als manager Scheepvaart deed, doe ik nu ook nog. En ik zit ook net als altijd tussen de andere medewerkers. Ik hoef geen eigen kantoortje. Is hier iemand ziek of zijn we onderbezet door verlof, dan val ik gewoon in en doe ik wat de anderen ook doen. Zo houd je voeling met de werkvloer en weet je wat er speelt. We hebben het ook gezellig met elkaar als team en er is weinig verloop.’ 

Hoe doet Marine & Industry het binnen Electro Cirkel?

‘Onze tak zorgt voor ongeveer 25 procent van de omzet, Retail voor de rest. Niet omdat wij minder goed presteren, maar omdat Retail heel hard gaat met het eigen merk Calex. We plussen nog steeds elk jaar. 

De hoofdmoot voor onze tak is de scheepvaart, meer nog dan de industrie. In de Rotterdamse haven is een taart te verdelen en wij hebben het grootste deel. Wij leveren aan scheepsleveranciers, scheepsbouwers en installatie-/reparatiebedrijven. Inmiddels hebben wij meer dan 14.000 elektrische benodigdheden in huis voor de maritieme en industriële sector. Die leveren we aan ruim 72 landen over de hele wereld.’

En hoe ontspant deze workaholic zich het liefst?

‘Hoe ouder ik word, ik ben nu 54, hoe meer ik van mijn vrije tijd geniet. Had ik vroeger nooit. Na acht dagen vakantie had ik het wel gezien. Nu houd ik het met gemak twee weken uit, waar mijn vrouw erg blij mee is! Ik heb vanaf m’n 21e gevoetbald. In Schiedam, waar ik geboren en getogen ben. Jammer genoeg ging het van kuitspier- naar hamstring-blessure en weer terug, dus ik ben ermee gestopt. Wel moeite mee gehad. Die sfeer in het veld, het fanatisme, de derde helft in de kleedkamer… Ik ben gaan tennissen. Niet verwacht dat ik dat zó leuk zou vinden. Had ik tien jaar eerder moeten doen.’

Waar ga jij voor in je werk?

‘Mijn drijfveer is toch wel om elk jaar een plus van minstens tien procent te halen. Is ons team nog altijd gelukt, dus ik heb geen klagen. We hebben weer vrij fors gebudgetteerd en zitten aardig op schema, zo halverwege het jaar. Als je blijft plussen, is iedereen tevreden. We hebben een uitleveringsgraad van bijna honderd procent. Dat is best knap, al zeg ik het zelf. En verder is het Electro Cirkel zelf dat me elke dag motiveert. Het bedrijf is na al die jaren gewoon een stukje van mezelf geworden. Nee, het zit niet zo in me om mijn trots uit te dragen. Het is allemaal gewoon zo gelopen…’

Meer nieuws